Voorgeschiedenis van gehopt bier
De geschiedenis van gehopt bier zoals we die kennen begint met de bierhandel en productie vanuit de Saksische haven- en hanzestad Bremen. Veel minder bekend is hoe die handel met gehopt bier tot stand kwam. Om daar wat meer duidelijkheid over te krijgen neem ik u mee naar een tijd met wat behoorlijk exotische trekjes. We beginnen aan het begin van de middeleeuwse warme periode met slechts een erg kleine bevolking. In het jaar 800 werd Karel de Grote gekroond door de paus in Rome dat toen werd bevolkt door hoogstens 30.000 mensen (1). Dat in schril contrast met een bevolking van rond het miljoen tijdens het hoogtepunt van het Romeinse rijk. In heel Europa was de bevolking sterk teruggelopen na de val van het Romeinse rijk. Maar in de hoofden van Karel de Grote en latere keizers waren er geen duistere middeleeuwen, was het rijk helemaal niet gevallen en waren zij de legitieme opvolgers van de Romeinse keizers.
Adel, geestelijkheid en horigen
Karel de Grotes rijk is overdekt met grote wouden en het kleine aantal inwoners is verdeeld in een beperkte groep edelen en geestelijken met intellectuelen als Alcuinus van York en Waldo van Reichenau. Terwijl deze mensen door heel Europa reisden bestond de gewone bevolking uit horigen. Zij waren aan het land gebonden en verplicht te werken op grote landgoederen (villae dominicae) waarbij ze een soort belasting betaalden in tienden. Eén van die landgoederen wordt geleid door Adalard van Corbie, een neef van Karel de Grote. De reden waarom we zo weinig weten van deze periode is omdat de bevolking analfabeet is en dit verhaal juist gáát over de geschiedenis van de gewone man. Hieronder mijn vertaling uit het Latijn (2) van enkele regels die Adalard schreef over mout, hop en bier:
‘Over het mout dat in de diverse werkplaatsen is gemaakt, moet de tiende aan de portier zijn betaald, na de productie, en vóór het product naar de abdij wordt gebracht. De hop, daarentegen, wordt pas belast na het vervoer naar de abdij en iedere maand zal de portier de tiende van iedere lading ontvangen. Als deze aanvoer niet voldoende is voor hem; wordt slechts bedongen dat de brouwers van de abdij al het bier brouwen dat hij nodig heeft, zoals de bakkers al zijn brood bakken’.
Verschillende data gecombineerd; archaeobotanie, Viking invasies en brouwen met hop.
Heidenen & Christenen
De eerste viking rooftochten waren enkele decennia eerder begonnen, tussen 790 en 800 aan de kusten van West-Frankrijk. Die overvallen werden voorafgegaan (en uitgelokt) door de Saksische oorlogen van Karel de Grote die het Saksische gebied binnenging in 772 tot 804 toen de laatste opstand werd neergeslagen. Een ander soort strijd werd gevoerd door missionarissen, vooral Angel-Saksen uit Engeland, om het christendom te promoten.
De heidense Saksen, Friezen en Denen vochten een verloren strijd maar hielden wel oude gebruiken in ere. De Lex Saxonum stamt uit deze tijd en veel later, rond 1220-30 is er de Saksenspiegel. De Saksenspiegel reflecteert de oude wetten waarvan werd gezegd; ‘Ik heb deze wetten niet zelf bedacht, maar ze komen van onze ouden en goede voorvaderen’. In deze Saksenspiegel vinden we een afbeelding van een man die een hoprank van zijn buurman afsnijdt die over de schutting groeit, met daarnaast de tekst die hem dat recht verleend (3). In onze huidige wetgeving bestaat een dergelijke regel nog steeds.
Saxenspiegel
Archeobotanie
Karl-Ernst Behre schreef over de resultaten van zijn onderzoek in ‘Ernährung und Umwelt der wikingerzeitlichen Siedlung Haithabu’ (1983): ‘Nutlets of hop were also found in large numbers and are regarded as waste products from brewing’. Haithabu was een belangrijke Vikingstad (vlakbij het tegenwoordige Sleeswijk) waar de Danevirke verdedigingslinie werd gebouwd in 808. In zijn latere werk, The history of beer additives in Europe (1998), stelt Behre: ‘One point with regard to the sites themselves should be emphasized here: beer production in earlier times was not dominated by monasteries as it is often thought today. Most records of hops in the early and later Middle Ages do not come from monasteries. Some of the early northern finds date back to before Christianization in the respective region’.
Zijn standpunt wordt herhaald en ondersteund in een publicatie uit 2012 genaamd ‘Viking Age garden plants from southern Scandinavia’ (2012): ‘The finds of hop from Viking Age sites show that hop as a beer additive was probably popular earlier than previously assumed’.
Botsende culturen
De reden waarom abdijen met het brouwen van bier werden geassocieerd is duidelijk; kloosterlingen waren zo ongeveer de enigen die konden schrijven. Maar als we naar ons eerdere voorbeeld van Adalard en zijn gehopte bier kijken is het duidelijk dat de ingrediënten voor dat bier naar de abdij werden gebracht door de horigen, die met de rest (9 van de 10 delen) zélf hun bier brouwden.
Geschreven bronnen zijn schaars maar toch aanwezig; een andere is van de villa Salra Sancta Gaugerici mansum dom(inicatum) en dateert uit de 10e eeuw. Het brouwen (canbas) werd hier blijkbaar gedaan met spelt en haver, en met humilonem ofwel met hop (4).
In 1050 werd de vikingstad Haithabu verwoest, waarschijnlijk door hun directe buren uit Bremen en Hamburg die later kwamen met op industriële schaal gebrouwen gehopt export-bier. Dat gebeurde professioneel en goed georganiseerd, met laatste kwaliteitscontroles en op een toenemende schaal. Vikingen bleven steeds vaker achter na hun invasies, bijvoorbeeld in het lagere deel van de Seinevallei en stichten uiteindelijk Normandië in 911.
We weten veel van oorlogen en invasies, maar op een ander niveau moet er een uitwisseling van culturen hebben plaatsgevonden. Tussen Noord-Frankrijk en Scandinavië werd de kennis van het brouwen met hop waarschijnlijk doorgegeven door gewone mensen die gewoon hun werk deden, niet persé door monniken of schrijvers.
Verandering
Het klimaat veranderde en de grote wouden werden langzaam kleiner, de bevolking nam toe, evenals de handel met een nieuwe monetaire economie. Op Adalards landgoed was er geen geld en de hop werd in het bos verzameld. Met een toenemende bevolking en verdwijnend bos werd het steeds moeilijker om aan voldoende hop te komen; het werd noodzakelijk om het te gaan verbouwen. Dat is wat er gebeurd moet zijn en de vondsten van hop in de late middeleeuwen is zichtbaar op de kaart van Karl-Ernst Behre met een duidelijk zwaartepunt in de Lage Landen en Scandinavië (5). Er zijn helaas vrijwel geen geschreven bronnen om dit beeld te verduidelijken.
Latere documenten maken melding van het recht om tienden te heffen op iets dat gewoonlijk hop werd genoemd (vulgariter dicitur hop). Gripus van Craienbrouch van het gelijknamige domein zou wel eens de eerste kunnen zijn geweest die tienden ontving van de eerste commercieel verbouwde hop in Poperinghe (6).
Conclusie
In plaats van de weinige stukjes hard bewijs van het brouwen met hop als vreemde uitzonderingen te beschouwen pas ik ze in een logisch verband waar hop steeds schaarser werd bij een toenemende bevolking. De latere bierhandel van de Hanze kwam niet zomaar uit het niets tevoorschijn en we schetsen een min of meer onzeker beeld van wat er gebeurde tussen dat gegeven en Adalards landgoed en verschillende andere domeinen waar gehopt bier heel gewoon was. Ik denk dat Karl-Ernst Behre gelijk had met zijn analyse dat de vondsten van hop wezen op toepassing bij het bier brouwen en dat het nooit is verdwenen. Hop moet schaars zijn geworden, moeilijk aan te komen en bier brouwen was een kwestie van voedselbereiding door gewone mensen en bleef grotendeels onzichtbaar. Essentieel bij de bierhandel in Bremen was dat men eindelijk de productieketen (supply-chain) onder controle had gekregen (7).
Epiloog
Eén onduidelijk aspect van dit verhaal is de precieze rol van de Scandinaviërs. In mijn eerdere artikel over gruit maken ze geconcentreerde wort (of moutextract), waarmee het houdbaar en compact wordt. Het is bruikbaar voor op reis, om te eten of te gebruiken voor sterker bier met een extra fermentatie. Er zijn de vondsten van hop uit de vikingtijd en noorderlingen die zich in Noord-Frankrijk vestigen, waar rond dezelfde tijd ons gehopte bier wordt aangetroffen.
Tabernaemontanum schrijft een interessant stuk over bier en biercultuur in zijn 16e eeuwse kruidenboek. Direct aan het begin en opmerkelijk genoeg beschrijft hij bier als een Scandinavisch product dat ‘tegenwoordig’ ook op diverse plaatsen in Duitsland wordt gemaakt (8).
Freek Ruis
(1)
Yale university
Early middle ages
Open Yale courses podcast series
Professor Paul Freedman
2012
#13 Transformation of the Roman Empire
39:30 - 42:30
Population decline
(2)
Polyptyque de l'Abbé Irminon: ou Etat des terres, des revenus et des serfs de l'abbaye de Saint Germain-des-Prés sous Charlemagne
Benjamin Guérard
1836
p.333 - 334
(3)
Sachsenspiegel
Eike von Repgow
‘Diz recht en habe ich selbir nicht erdacht, ez haben von aldere an uns gebracht Unse guten vorevaren’
(4)
Analectes pour servir à l'histoire ecclésiastique de la Belgique
Volumes 1-2
Bureaux des Analectes,
1864
956 - 959
(X.e siècle).
p.44
Revenues des terres de Solre-Saint-Géry et de Courtsolre.
Haber in villa Salra Sancta Gaugerici mansum dom(inicatum)
sunt ibi canbas ii, qui solvent de annona mixta modios
reddunt insimul omni anno spelta modios ccclxi, avena modios xiiii
solvunt unusquisque humilonem modios III
(5a)
The history of beer additives in Europe - a review
Karl-Ernst Behre
1999
p.40
Fig. 6 Archeological sites dating to period A.D. 1000 to fixteenth century with macro-remains of hop
(Illustration of Fig. 6)
(5b)
Viking Age garden plants from southern Scandinavia
Permille Rohde, Ulla Lund Hansen, Sabine Karg
The Partnership of the Danish Journal of Archaeology
2012
Several Swedish provincial laws, which include some regulations that are likely to have their origins in the Viking Age, contain information on the layout of and the directives for the hop garden
(6a)
Essai historique sur le Hoop
Charles-Edmond-Henri de Coussemaker
L. Quarre,
1861
p.3 & p.22
Charte de Cappellebrouck - 1241
vulgariter dicitur hop
(6b)
Cartularium. Recueil des chartes du prieuré de Saint-Bertin, à Poperinghe, et de ses dépendances à Bas-Warneton et à Couckelaere
Félix Henri d'Hoop
1870
p.108-109
99.
1257
Gérard de Barlinghem, chevalier, fait connaitre, que de son consentement Gripus de Craienbroch a donné à l'église de Aint-Bertin une partie de la dime, applée Hop, qu'il tenait en fief, en échange de trios bonniers de terre, situés dans la paroisse de Ruijsselede.
vulgariter dicitur hop
(7)
Die Hanse und ihr Bier
Christine von Blanckenburg
Böhlau,
2001
p.196 - 197
Aus Stadtbüchern, die seit dem 13. Jahrhundert überliefert sind, wissen wir, dass es in und um die Brauerstädte Hamburg, Kiel, Braunschweig, Lübeck, Bremen, Rostock und Wismar Hopfengärten gegeben hat.
(8a)
Neuw Kreuterbuch
Jacobus Theodorus
Iacobum Theodorum Tabernaemontanum
Basseus,
Franckfurt am Maijn,
1588
p.784
Es ist das Bier ein nützlicher Tranck, welcher inn den Mittnächtigen Landen da kein Wein wächst…
(8b)
Cosmographia
Johannes Rau
1597
p.595
Weil aber vnter den Mittnächtigen Ländern die beyden Königreiche Schweden vnd Nordwegen die vornembsten seyn/vnd
[Dit gaat over mijn vertaling van Mittnächtigen Ländern als Scandinavische landen; de landen van de middernachtelijke zon
f ]