Biersteken - Biersteker - Bierstekerijen - Biersteecker - Bierbeschooyer - Biersteeckers - Taverniers - Bier-verkoopers - Sluyck-tapperyen - Bierstallen - Pachter of Collecteur - Billiet - Bierwerckers - Factoor of Kooper - Factoors en Koopluyden - Smokkel-tapperye - Sluyk-tappers - Bierdrager - Bier inleggen - opleggen
Bronnen tot de geschiedenis van het bedrijfsleven en het gildewezen van Amsterdam 1510-1672
Deel 1, 1512-1611, GS 69
1555
p.238 - 240
oft hem 't werck van 't biersteecken eenichsins onderwinden
REGISTER van HOLLAND en WESTVRIESLAND
Seedert den jaare 1565 tot den jaare 1574 incluis.
1570
p.476
Op de Requeste van Simon Pietersz., ende Willem Cornelisz. Biersteekers binnen Monnickendam, sustineerdende, dat, alsoo sy leeveren Bieren binnen de voorschreevene Steede
Resolutien van Holland
Register van Holland en Westfriesland,
Van den jaare 1585
p.609
welk Biljet den Biersteecker of Biervoerder gehouden sal weesen te leeveren in handen van den Pagter
en sullen voorts de Brouwers of Biersteeckers geene Bieren mogen uitsetten of uitsteeken, minder dan een last t'effens
Resolutien van Holland
(Google eBoek)
Register van Holland en Westvriesland,
1586 en 1587
p.695
den geenen die Bier inleggen en niet uittappen
elke Tonne Faro ofte sware Bieren, ten tappe by de Herbergiers gesleeten
REGISTER van HOLLAND en WESTVRIESLAND
Van de jaaren 1613, 1614, 1615, 1616, 1617, 1618 en 1619.
1613
p.46
De Biersteekers in de Steeden soo wel haar opgedaane Bieren te verantwoorden, als de Biersteekers in de dorpen en ten platten Lande, &c.
de Bieren van soo hoogen prys werden gebrouwen dat by de vermenginge van deselve met dunne Bieren...
p.123
Grossiers en de Biersteekers te doen tot beneficie van den Impost, &c.
REGISTER van HOLLAND en WESTVRIESLAND,
Van de jaaren 1631, 1632, 1633 en 1634.
1631
p.122
jegens de navolgende contraventien en excessen, die meer en meer inkruypen, en tot destructie van de gemeene Middelen getollereert schynen te werden.
Eerst jegens de pretente exemptie of bevrydinge die in het Middel van de Wynen, onder pretexten van Grosseryen, Wynneeringen, vrye Kelders, Gilden en diergelyke werden gepractiseert.
p.123
Item dät tegens de smokkelaryen en sluyktapperyen in de Steeden en ten platten Lande nader moge worden voorzien, mifsgaders tegens de verkoopinge van Scheyn of Dunnebieren, en vermenginge van defelve met andere Bieren, den Impost subject zynde, daar meede het voorsz Middel grootelijks word gefraudeert.
Nederlandtsche placcaet-boeck
Tweede deel (Google eBoek)
Sedert het Jaer onses Heeren 1625, tot op het tegenwoordige Jaer 1644.
Janssen,
1644
p.240
en sal moghen Wijnen verkoopen, brouwen, bier-steecken, bier-verkoopen, tappen oft eenige andere neerighe van wijnen oft bieren doen inde steden oft ten platten Lande
PLACAET-BOECK
De Placaten ende Ordonnantien vande Hoogh-Mog: HEEREN Staten Generael der Vereeningde Nederlanden, ende vande Ed: Groot Mog: HEEREN Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt, mitsgaders vande Ed: Mog: HEEREN Staten van Zeelandt.
's Gravenhage
Paulus Scheltus Ordinaris Drucker
Anno 1705
p.838
BINNEN-GEBROUWEN BIEREN
Scheepsbieren - Brouwers - Pachters - gezworen Ycker - Kuypers Huysen - Scheeps- en Visschers-bieren - Tappers - Herbergiers - Drooge Gasterye ende Soetelarye - Biersteeckers - Taverniers - Bier-verkoopers - Sluyck-tapperyen - Bierstallen - Huysluyden - Arbeydrs-volck - Schippers - Schuytvoerders - Wagen- of Karreluyden - Voerman - Pachter of Collecteur - Billiet - Bierwerckers - Biersteecker, Factoor of Kooper - Bierbeschoyers, Factoors en Koopluyden - Smokkel-tapperye - Sluyk-tappers (dagelijks geen kanne of kennelijck teecken als Tappers voor de Deuren gehangen hebbende) - Commensael-houders - Kuythaelder - Bierdrager
p.848
UYTHEEMSCHE BIEREN
p.849
Des sal van de Bieren binnen Nimegen, Aernhem, in Zeelandt ende binnen Breda gebrouwen, en in dese Provincie geconsumeert werdende, ten Impost werden betaelt acht stuyvers meerder, als vande Bieren, gebrouwen binnen dese Provincie; en van de Bieren binnen de Stadt Deventer gebrouwen, ende in dese Provincie geconsumeert werdende, eene gulde tien stuyvers meerder, dan van de Bieren in dese Provincie gebrouwen, wert betaeldt.
p.850
soo wel by den Schipper en Inbrenger, als Opdoender van de Bieren
Koopluyden ofte Handelaers in 't gros
sonder daer van eenige te verswijgen, versteecken, ofte gedogen dat sulcks gedaen wordt
midtsgaders de versteecken Bieren, van welcke de voorschrevene Bierbeschoyers sullen gemaekt werden Debiteurs
handsteeck - duymsteeck
Bierbeschoyers en andere, haer met de handelinge van Bier generende
Leydse courant
02-05-1742
Uitgever:Felix de Klopper
Te Leyden
1742
BIERSTEEKERY, waarinne de neering nog geëxerceert word.
Resolutien van Holland
Resolutien van de heeren staaten van Holland en Westvriesland
Deel 2 (Google eBoek)
1749
p.350
De Biersteekers in de besloote Steeden, ('s Hage daar onder begreepen)
En ten platten Lande
p.365
Dat de Biersteekers soo in de Steeden als ten platten Lande, voor de Bieren die zy uit de Brouweryen haalen, dikmaals in soo een groote quantiteit te gelijk
p.1144
Verplichting voor alle die geene die Bier voor haar eige consumtie sullen willen inleggen.
Resolutie
4 february 1751 (Google eBoek)
1751
Het versoek van het bierbeschooyers gilde te Amsterdam, om eenige vermindering van het zeegel ten opsigte van de buiten gebrouwe bieren in seekere gevallen afgeslagen
En aan alle Biersteekers in de Provincie gepermitteert om hunne versuurde Bieren aan de Branders, Azynmaakers en Catoendrukkers te mogen verkoopen.
Middelburgsche Courant
08/01/1767
p. 2/2
1767
BROUWERYE, genaamd DE POSTHOORN, binnen de Stad Delft
Twee Mouteryen
HUYS, ERVE, THUYN en BIERSTEEKERYE
Middelburgsche Courant
01/06/1771
p. 2/2
1771
Coenraad van der Krap, Biersteker
Wit Bier, uit Brouwery 't Gekroonde Hart, alsmede WIT BREDAAS Bier en Nimmischse MOL
Jaarboeken van het koningrijk der Nederlanden
Deel 2 (Google eBoek)
Martinus Stuart
E. Maaskamp,
1773
p.1209
Al die geen, die eenig Bier zal willen inleggen, zal zulks niet mogen doen, zonder alvorens een Billet gehaald, en daar op by den Collecteur zyner woonstede den verschuldigden Impost betaald te hebben, ten ware de Brouwer of Biersteker op zich wilde nemen, om met kennis van den Collecteur…
Leydse courant
28-06-1776
Uitgever: Felix de Klopper
Te Leyden
1776
te Hazerswoude.. ..een extra Neeringryke BIERSTEEKERY
Aanhangsel tot Ludolf Smids schatkamer der Nederlandsche oudheden
of zaakelyk woordenboek behelzende Nederlands steden en dorpen
(Google eBoek)
Th Van Brussel
Gerrit Bom,
1778
p.54
honderd tonnen elken Biersteeker; te weten zoo van soorten van Bieren, zoo Pharao, Israël, en Moselaar; en dat om reden van vorst
Leydse courant
04-01-1788
Uitgever: Felix de Klopper
Te Leyden
1788
een van ouds vermaarde en wel beklante Biersteekery
staande en geleegen op 't Zuideinde van den Dorpe Woubrugge
Oprechte Haarlemse courant
12-06-1800
Uitgever: Johannes Enschede en Zoonen
Haarlem
1800
Pieter de Boer, Castelein te Diemen
daarby behorende Biersteekery, waartoe Octrooy is verleend
Vlaemsch en Fransch woórden-boek
Volume 1 (Google eBoek)
Jean Des Roches
Nieuwen druk
Gend
Bernard Poelman,
op de Hoogpoorte in het gekroond Zweerd.
1805
p.140
Bier-steéken, v.a. Vremde bieren by vaten verkoopen.
Vendre des bières étrangères en gros.
Bier-steéker, f.m. Eenen die vremde bieren by vaten verkoopt.
Marchant de bières étrangères en gros.
Oprechte Haarlemse courant
25-03-1809
Uitgever: Johannes Enschede en Zoonen
Haarlem
1809
te Haarlem, heeft opgerigt eene Bierstekerij
alwaar te bekomen zijn allerhande soorten van GEERTRUIDENBERGS BIER
Rotterdamse courant
13-05-1809
Uitgever: Jan Abraham en Jacobus Casteleyn
Rotterdam
1809
Biersteekery
Opregte Haarlemsche Courant
25-03-1817
Haarlem
1817
BIERSTEEKERIJ, genaamd de P, waarin de Affaire Jaren aan den anderen met veel succes is geëxerceerd, en dagelijks wordt gecontinueerd
's Gravenhaagsche courant
27-11-1822
Uitgever: B. Scheurleer Jr.
's-Gravenhage
1822
Bierstekerij de Haagsche
Bierstekerij de Ruit
Kronijkmatige en geschiedkundige beschrijving van Purmerende en omliggende dorpen, meren, enz
(Google eBoek)
Gijsbertus van Sandwijk
D. Broedelet,
1839
p.204
De Bierbrouwerijen en Bierstekerijen bloeiden hier zeer van 1600 tot 1750. Men telde drie Bierbrouwerijen, als: de Brouwerij de Lelie, op Achter-den-Dijk, thans een Kaaspakhuis van den Heer J. Ch. Benit: de Brouwerij de Spae, op den Weerwal, genoegzaam geheel afgebroken, en waarvan de bierstekerij van den Heer J. Tjerks en het Wijnpakhuis van den Heer D. Habbema nog een deel uitmaken;
Voorts had men verscheidene Bierstekerijen; op de Bierkaai alleen had men er zes naast elkander en stonden er 4 kranen of Wippen op den wal.
Dagblad van 's Gravenhage
09-09-1844
Uitgever: P.E. van Staden
's Gravenhage
1844
Nieuwe Bierstekerij
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden
Deel 9 (Google eBoek)
A. J. van der Aa
J. Noorduyn,
1847
p.293
PURMERENDE, gem. in Waterland, prov. Noord-Holland, arr. Hoorn, kant. Purmerende
Vroeger had men hier nog 1 kruidfabriek, welke in 1832 is afgebroken, 3 bierbrouwerijen en onderscheidene bierstekerijen, waarvan nog slechts eene bierstekerij aanwezig is
De Regtzaal,
bearbeid door
Mr. J.B. Vos, Advocaat te Leeuarden
Tweede Deel,
BURGERLIJK WETBOEK.
Utrecht,
L.E. Bosch en Zoon,
1850
p.294
bierstekerij
Algemeen Handelsblad
13-08-1855
Uitgever: P. den Hengst en Zoon
Amsterdam
1855
BIERSTEKERIJ, met bijbehorende Gereedschappen en Inventaris
Nieuwe Rotterdamsche courant
30-05-1857
Uitgever: H. Nijgh
Rotterdam
1857
BIERSTEKERIJ, van AMSTERDAMSE BIEREN,
uit Brouwerij DE HAAN, aldaar;
FARO
Nieuwe Rotterdamsche courant
23-01-1859
Nummer: 23
Uitgever: H. Nijgh
Rotterdam
1859
BIERSTEKERIJ NEÊRLANDSCH NIJVERHEID.
Faro, Lambiek
Goessche Courant
16/12/1861
p. 2/2
1861
BIERSTEKERIJ van de BROUWERIJ DE ORANJEBOOM
Rotterdamsch nieuwsblad
23-07-1878
Uitgever: A.W. Sijthoff
Rotterdam
1878
het vestigen van een AGENTUUR-BIERSTEKERIJ enz. aldaar.
Algemeen Handelsblad
26-08-1883
Uitgever: P. den Hengst en Zoon
Amsterdam
1883
Dubbel Gerstenbier,
zwaar belegen, 9 cent per heele flesch
Bierstekerij de Posthoorn
De Telegraaf
11-10-1897
Amsterdam
1897
Het Rijks-archiefgebouw te Haarlem.
Uit den kelder, voorheen tot bierstekerij ingericht
Maas- en Scheldebode
27/06/1908
p. 6/8
1908
In 1558 werd de halve braspenning op zeven duiten gebracht
dat geen biersteker het Delftsch bier hooger mocht verkoopen, dan het Alkmaarsch
De generale brouwers van Holland
een bijdrage tot de geschiedenis der brouwnering in Holland in de 17de, 18de en 19de eeuw
Emilia Maria Anna Timmer
Kleynenberg,
1918
p.18
wie bier van een biersteker in een andere stad kocht of, ten platten lande wonend, in een bierstekerij aldaar, moest zijn biljet halen bij den collecteur der plaats waar de biersteker woonachtig was
De Economist (?)
Volume 70
(Google eBoek)
J.H. Gebhard & comp.
1921
p.564
de beschikking over de bierstekerij aldaar verkregen had, gunde den 28en November 1499 het steken van het bier binnen stad en haven tot wederopzeggens toe en met uitsluiting van alle anderen aan Heynrick Heynrixz van Wissenkerke en Floris Clayszone, op voorwaarde dat zij accoorden sloten met de brouwers
p.567
betreffende de biervoorziening in Arnemuiden, zeker wel heel kort, immers al in 1571 en 1572 waren er twee processen tusschen die plaats en de regeering van Middelburg aanhangig voor het Hof van Holland, het eene blijkbaar over de bierstekerij
Woordenboek van de Brabantse dialecten II-2
P. H. Vos, Antonius Angelus Weijnen
Uitgeverij Van Gorcum,
1979
p.221
Bij Quicke lezen we de term bierrijpheid. Hij omschrijft de betekenis van dit woord als volgt: 'Hoogste graad van volmaking eener biersoort. Gedurende de nagisting verdedelt het bier tot aan zijne rijpheid, waarna het aan hoedanigheid afneemt'. Hij voegt hier aan toe, wanneer hij spreekt over 'bierrijping' dat ook door vermenging met ander bier het bier rijp gemaakt kan worden.
Vroeger bevond zich het bier soms wel zes maanden in de legerkelder. Men heeft echter de legertijd, vooral om economische overwegingen, bekort tot ongeveer twee maanden. (…)
Na de gisting vindt, vooral bij bovengistend bier, nog stille gisting of onmerkbare gisting plaats, waarbij de ontbinding van de suiker voortduurt, maar de gistvorming nauwelijks waarneembaar is. Ze geschiedt in de vaten en flessen
p.222
4. Afwerking van het bier
Versnijden
Versnijbier
Claessen zegt op blz. 2.47 en 2.48: 'Bier dat lang in kelders heeft gelegen en gebruikt wordt om te versnijden, noemt met snijbier, snijdbier, versnijdbier of mengbier. Omdat het lang gelegen heeft, vaak zuur is en onvermengt moeilijk te drinken is, noemt men het ook wel: oud bier, zuur bier of zwaar bier. Soms brouwde men speciaal snijbier, vooral in maart. Dit noemt men Maartsbier. Het tweede aftreksel van geuzen-lambik, dat in Brussel clair-dick wordt genoemd, wordt vaak als snijbier gebruikt. Door een biersnijder versneden bier zou in het Land van Waas besnij(d)sel of versnij(d)sel heten. Bekende versneden bieren zijn geuzen-lambik en Maastrichts bier of Maastrichts oud (…) De bierproever moest in Maastricht beoordelen of er genoeg zuur versnijbier bij het bier gedaan was. Daarna voegde men heel donkere caramel toe zodat ook het bier een donkere kleur kreeg.
Het toesel dat men tegenwoordig gebruikt om twee of drie soorten bier te vermengen, noemt men de 'versnijbok' of 'versnijdbok'.
Quicke zegt bij 'snijdbier': 'Doorgaans oud bier ter bierversnijding'.
Straatnamenboek van Hilversum
Hilversums historie vanuit de straatnaam
A. H. Meijer
Uitgeverij Verloren,
1988
p.46
Biersteeg
Dankt zijn naam aan een destijds aan deze steeg gelegen 18e-eeuwse bierstekerij van Jan Alberts, slijter aan de Groest, hoek Biersteeg.
De bierstekerij lag aan de zuidzijde van de Biersteeg, nabij de Groest en werd rond 1828 opgeheven.
'Als het gewelt comt ...'
Politiek en economie in Holland benoorden het IJ, 1500-1800
Diederik Aten
Uitgeverij Verloren,
1995
p.207
..de regenten van Hoorn in 1533 in aanvulling op het privilege van 1498 ook nog een keur afkondigden waarbij het tappen van bier en wijn langs de invalsroutes tot de stad uitdrukkelijk werd verboden. Bovendien werd bepaald dat de burgerij geen gelagen in de bedoelde tapperijen mocht houden en dat de Hoornse bierstekers niets aan de kroegen buiten de wallen mochten leveren.
p.297
Dit was bovendien aantrekkelijk voor de stedelijke bierstekers. Alle plattelanders zouden dan immers bij hen hun bier moeten komen halen.
Men zag in dat het zonder meer afschaffen van de bierstekerij niet mogelijk was.
Goede luiden en gemene onderzaten
Assendelft vanaf zijn ontstaan tot de nadagen van de Gouden Eeuw
Bert Koene
Uitgeverij Verloren
2010
p.207
'In de zeventiende eeuw dronk men in Assendelft vooral Delfts bier, meestal 'Pharao'
'Tappers betrokken hun bier niet rechtstreeks van een brouwerij, maar van een zogenoemde biersteker'
Douanedossiers: 'Accijnzen'
Onder 'bierstekers, bierbottelaars en bierbereiders' moet worden verstaan: al degenen - ook herbergiers - die het bier niet verkopen zoals zij het aangekregen hebben, maar die het eerst een bewerking als versnijden, mengen, verzoeten of bottelen doen ondergaan.